SUP-richtlijn
In de strijd tegen de plasticsoep heeft de Europese Commissie de richtlijn ‘betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu’ opgesteld, kortom: de SUP-Richtlijn.
De kosten van milieuproblemen worden afgewenteld op de gemeenschap of op latere generaties, tenzij het beginsel wordt toegepast dat de vervuiler betaalt. Het uitgangspunt van dit beginsel is dat iemand financieel verantwoordelijk is voor het ongedaan maken van de vervuiling die hij veroorzaakt. Overheden gebruiken financiële beleidsinstrumenten die op dit principe zijn gebaseerd, zoals een milieuheffing of ecotax. Aan al het plastic afval dat op straat of in de oceaan belandt, hangt nu nog geen prijskaartje. Omdat milieuschade niet is meegenomen in de prijs van plastic is plastic veel te goedkoop. En omdat het zo goedkoop is, wordt het veel verkocht en toegepast, wat tot nog meer vervuiling leidt.
In Nederland moeten bedrijven die jaarlijks minstens 50.000 kilogram eenmalig verpakkingsmateriaal toepassen een bijdrage betalen. Met dit geld financiert het verpakkende bedrijfsleven inzameling en recycling. De afspraken, vastgelegd in de Raamovereenkomst verpakkingen en verpakkingsbelasting, zijn echter niet gericht op het aanpakken van zwerfafval. Daarvoor is slechts 20 miljoen euro per jaar beschikbaar, net iets meer dan 1 euro per inwoner. Er wordt dankzij de verpakkingsbelasting weliswaar veel plastic apart opgehaald en verwerkt, maar dit heeft nauwelijks effect op de vermindering van de hoeveelheid zwerfafval.
Sinds 2016 mogen winkeliers in Nederland geen gratis plastic tas meer meegeven; klanten moeten ervoor betalen of nemen hun eigen tas mee. Na een jaar bleek uit onderzoek dat het aantal plastic tassen op straat met circa 70% was verminderd. In het Verenigd Koninkrijk leidde een heffing van 5 pence op elk plastic tasje zelfs tot 85% reductie binnen een halfjaar. Om zwerfplastic te voorkomen, blijkt het belasten van de verpakkingen die het meest in het milieu worden aangetroffen een bijzonder effectief middel. Overheden passen dit instrument echter nauwelijks toe. Er zit in Nederland bijvoorbeeld geen heffing op in plastic verpakte on-the-go-producten, en dat zijn nu net de verpakkingen die veel op straat liggen.
In de strijd tegen de plasticsoep heeft de Europese Commissie de richtlijn ‘betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu’ opgesteld, kortom: de SUP-Richtlijn.
Om de plasticsoep te bestrijden, nemen overheden maatregelen die uitgaan van aanvaarde rechtsbeginselen. Het voorzorgsprincipe is een van de bekendste.
Voor veel bedrijven zijn de (vermeende extra) kosten van statiegeld een belangrijker argument dan een wereld zonder plastic zwerfafval.
EU verbiedt vanaf 2021 verkoop van wegwerpplastics. Veel bedrijven verzinnen trucjes om milieuvervuilende producten te kunnen blijven verkopen.