Spooknetten
Sinds de jaren zestig worden visnetten van kunststofvezels gemaakt. Omdat ze niet vergaan worden onze zeeën en oceanen nu vervuild met plastic spooknetten.
Grotere stukken plastic in zee of op land, zoals flessen en plastic verpakkingen, worden broos en breken geleidelijk af tot steeds kleinere plasticdeeltjes. Dat komt door zonlicht, zuurstof of wrijving. Of door dieren die aan het plastic knabbelen. Dit proces gaat eeuwig door, hoewel de snelheid afhankelijk is van de omstandigheden. Er zijn stranden waar je niet alleen grote stukken ziet liggen, maar ook ontelbare fragmenten, gekleurd of verbleekt, terwijl de kleinste stukjes niet meer van zandkorrels zijn te onderscheiden. Fragmenten worden microplastics en microplastics worden nanoplastics. Die laatste zijn zo klein dat ze zelfs onder de meest geavanceerde microscopen amper te zien zijn.
Een enkele plastic tas kan in miljoenen stukjes uiteenvallen. Door het proces van voortgaande fragmentatie stijgt het aantal micro- en nanoplastics exponentieel. Omdat daardoor de samenstelling van de plasticsoep verandert, spreken sommigen liever van plasticbouillon dan van plasticsoep. Al die kleine deeltjes vergaan nooit en zijn werkelijk overal: in water, grond en lucht. Omdat ze licht zijn worden ze gemakkelijk over grote afstanden getransporteerd. In 2014 werd bij toeval ontdekt dat poolijs vol microplastics blijkt te zitten. Toen werd verondersteld dat ze mee waren gevoerd met zeestromingen en vervolgens in ijs gevangen werden. Tegenwoordig is duidelijk dat microplastics ook door de wind worden meegevoerd. Het ‘regent’ elke dag microplastics, zelfs in de meest afgelegen streek op aarde. Ook op de diepste plek op aarde, waar de bodem bijna elf kilometer onder het wateroppervlakte ligt, zijn plastic microvezels aangetroffen.
Duidelijk is dat microplastics op geen enkele manier meer uit het milieu te halen zijn. Dat zou niet erg zijn wanneer we er zeker van waren dat ze voor de natuur onschadelijk zijn. Het punt is dat er allerlei aanwijzingen zijn dat ze wel schadelijke zijn. Wat we weten is dat alle diersoorten, inclusief de mens, ze binnenkrijgen en dat de allerkleinste deeltjes — de nanoplastics — zich door het lichaam kunnen verspreiden en mogelijk zelfs organen en hersenen kunnen bereiken. Ook weten we dat de concentratie van kleine deeltjes in het milieu alleen maar toeneemt, en mogelijk dus ook in het menselijk lichaam. Er is geen ontsnappen aan en we moeten maar hopen dat de gevolgen op korte en lange termijn meevallen. De Plastic Soup Foundation zet zich via de Plastic Health Coalition in voor meer onderzoek naar schadelijke effecten van microplastics.
Sinds de jaren zestig worden visnetten van kunststofvezels gemaakt. Omdat ze niet vergaan worden onze zeeën en oceanen nu vervuild met plastic spooknetten.
Plastic vergaat niet en tegelijkertijd blijft de plasticproductie maar groeien. Dit zorgt voor een opeenhoping van plasticafval. Lees meer!
Plastic in het milieu valt vroeg of laat uit elkaar in microplastics en nanoplastics. Microplastics zijn alle stukjes kleiner dan een halve centimeter. Nanoplastics zijn zelfs onder de modernste microscopen nauwelijks te zien.