6 december 2022
Bij Plastic Soup Foundation ging gejuich op toen de milieucommissie van het Europees Parlement op 1 december vóór een verbod op de export van plasticafval buiten de Europese Unie gestemd.
Het is een aanscherping van de voorgestelde herziening van de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA) van de Europese Commissie en ook een heel duidelijke boodschap: Europa moet zijn afval niet langer exporteren, maar daar zelf verantwoordelijkheid voor nemen.
In reactie op een rapport van Plastic Soup Foundation – Een neokoloniaal plasticschandaal – en Kamervragen die daarna werden gesteld, heeft de Nederlandse regering zich onlangs nog tegen zo’n exportverbod uitgesproken. De herziening van de EVOA zal volgens het kabinet voldoende waarborgen bieden om huidige misstanden en milieuschade te voorkomen.
STRENGERE REGELS VOOR DE EXPORT VAN AFVAL
De ENVI (Environment, Public Health, Food Safety) commissie van het Europees Parlement wil een verdere aanscherping van de EVOA. Er moet een verbod komen op de export van plasticafval naar niet OECD-landen, denk aan Indonesië.
Ook moet binnen vier jaar de export van plasticafval naar OECD-landen buiten de Europese Unie, zoals Turkije, stoppen. Indonesië en Turkije zijn voorbeelden van landen waar geïmporteerd plasticafval uit de EU tot veel milieuproblemen en gezondheidsklachten leidt.
En over transporten binnen de EU moet meer transparantie komen. Het amendement werd aangenomen met 76 stemmen voor, geen tegen en slechts vier onthoudingen.
NEDERLANDSE REGERING WRINGT ZICH IN BOCHTEN
Plastic Soup Foundation stelt in haar rapport dat Nederland in de EU de grootste exporteur is van plasticafval naar niet-westerse landen. Naar aanleiding van het rapport zijn Kamervragen gesteld. Maar in antwoord op vragen van de VVD en in antwoord op vragen van GroenLinks stellen respectievelijk staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) en minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) dat de nieuwe EVOA voldoende garanties zal bieden om milieuschade in derde landen te voorkomen.
Daarnaast beroepen de bewindslieden zich op ‘overmacht’; de EU heeft op dit moment onvoldoende capaciteit om het plasticafval zelf te recyclen en dus is er geen andere optie dan export. Het gaat niet alleen om Nederlands afval. Vanuit Rotterdam wordt ook plasticafval uit andere EU-landen geëxporteerd.
VOORSTEL IS NOG GEEN WET
Door middel van een stemming in de plenaire vergadering van het Europees Parlement, zal duidelijk worden of het gehele Parlement achter een verbod staat. Die stemming wordt verwacht in januari. De Raad van Europa, waarin alle lidstaten zitting hebben, moet zich ook nog buigen over de herziening van de EVOA. Om te komen tot een verbod op de export van plasticafval moeten de lidstaten de amendementen van het Europees Parlement omarmen. Als dat gebeurt, kan dat vier positieve gevolgen hebben:
- Geen milieuschade meer in niet-westerse landen door ons afval
- Als Europa zijn eigen afval recyclet ontstaat de nagestreefde circulaire economie
- Druk om minder plastic te produceren en te gebruiken, omdat niet alle plastics goed gerecycled kunnen worden
- Druk om alleen plastic te produceren dat goed recyclebaar is.
Hier kan de Nederlandse regering toch niet op tegen zijn?
Misschien ben je ook geïnteresseerd in:
Nederland blijkt spil in de wereldwijde export van plasticafval
Komt er een einde aan illegaal export van plasticafval?
Verbied de export van plasticafval!
Interpol: toename criminele handel in plasticafval