16 december 2021
Een internationaal team van onderzoekers onderzocht de poep van twee walvissoorten bij Nieuw-Zeeland op microplastics. Ze probeerden te achterhalen in hoeverre de blootstelling aan microplastics meer samenhangt met in het water zwevende deeltjes of meer met deeltjes die in het voedsel (visjes en krill) zitten. Voor het eerst is er een sterk vermoeden dat de meeste microplastics, bijna allemaal vezels, afkomstig zijn uit het voedsel.
Dagelijks krijgen baleinwalvissen zo’n drie miljoen microplastics binnen. Dat is veel meer dan eerdere studies aangeven. Om te eten doen deze dieren hun bek open en laten ze grote hoeveelheden zeewater naar binnen stromen. Als ze dat water later weer naar buiten persen blijft het voedsel, bestaande uit kleine vis en dierlijk plankton, achter de baleinen haken. Op deze wijze krijgen ze ook microplastics binnen die vervolgens weer uitgepoept worden.
WALVIS JOHANNA
Nadat in december 2012 een bultrug op een zandbank bij Texel was aangespoeld, werd er uitgebreid onderzoek gedaan naar de darminhoud. Die kan een indicatie kan geven over de mate van vervuiling door microplastics. Uit het onderzoek naar deze baleinwalvis, die de naam Johanna kreeg, bleek dat er inderdaad microplastics in de darmen zaten. Dat werd toen zelfs voor het eerst vastgesteld. Er was sprake van meerdere types en vormen van plastic; in totaal 45 stukken van tussen 1 mm en 17 cm. Onderzoek naar microvezels werd achterwege gelaten uit angst voor contaminatie (vezels afkomstig van de kleding die de onderzoekers dragen).
De onderzoekers vermoedden een relatie tussen de concentratie aan microplastics in de darmen en het gebied waar de walvis had gefoerageerd. De concentratie zegt dan iets over de mate van vervuiling van de zee waarin Johanna zwom.
TWEE NIEUWZEELANDSE BALEINWALVISSEN
Er is een andere methode. Als een walvis poept, ontstaat er een grote bruine pluim of wolk in het water. Daarvan kunnen monsters genomen worden. In dit geval namen onderzoekers poepmonsters van twee walvissoorten (Bryde en Sei) in de buurt van Auckland, die net als de bultrug hun voedsel filteren, om ze vervolgens op plastic en DNA te analyseren.
Door de concentratie van microplastics in de poep te vergelijken met de concentratie van microplastics in het zeewater (bekend uit ander onderzoek) kon een schatting gemaakt worden van de herkomst, dat wil zeggen uit het zeewater of uit het voedsel. En hierin bleek nogal een groot verschil te zitten. Hun schatting is dat er tot 10.000 keer meer microplastics zitten in het naar binnen gezwolgen voedsel dan in het eveneens naar binnengekomen zeewater. Ander onderzoek had eerder al aangetoond dat dierlijk plankton microplastics opnemen.
Om hierover meer zekerheid te krijgen, stellen de onderzoekers vervolgonderzoek voor waar de poepmonsters tegelijk met het omringende zeewater én met daar aanwezig prooi op microplastics worden onderzocht.
ALLEMAAL VEZELS
De gemiddelde lengte van de microplastics was 1085 ± 1395 μm. Vanwege deze lengte kunnen ze inderdaad uit de prooi afkomstig zijn, omdat de plasticdeeltjes kleiner zijn dan die prooisoorten. DNA-analyse liet zien welke soorten dierlijk plankton de walvissen aten, maar het onderzoek heeft niet kunnen vaststellen of de ene soort prooi meer microplastics binnenkrijgt dan de andere. Anders dan de onderzoekers van walvis Johanna, werd in dit geval wel naar microvezels gekeken. Van alle microplastics bleek zelfs meer dan 99% vezels te betreffen, de meeste blauw of zwart (83%), afkomstig van producten als jeans en fleece.
De onderzoekers gaan niet in op de vraag in hoeverre door dierlijk plankton ingeslikt plastic een bedreiging vormt. Dat is wel een heel relevante vraag, want plankton staat aan de basis van de mariene voedselketen.
Misschien ben je ook geïnteresseerd in:
Microplastics etend plankton gefilmd
Op film: plastic dringt voedselketen binnen
Honderden mariene soorten slachtoffer van plastic
De onzichtbare dreiging van microplastics uit kleding