3 september 2021
In de strijd tegen plasticvervuiling verplicht Brussel de lidstaten om te komen tot een ‘ambitieuze en aanhoudende vermindering’ van het gebruik van kunststofproducten. De SUP-Richtlijn verbiedt sinds afgelopen juli sommige producten en over anderhalf jaar wordt voor een aantal andere producten het instrument van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) ingezet. De lidstaten mogen die UPV’s zelf invullen. De manier waarop dit instrument wordt ingezet, maakt echter veel uit.
Het Duitse instituut Ecologic legt de vinger op de zere plek in een nieuw rapport met de titel Extended Producer Responsibility and Ecomodulation of Fees: de huidige invulling van UPV’s leidt niet tot een substantiële vermindering van afval. Met een andere invulling kun je voorkomen dat er überhaupt afval ontstaat.
UITGEBREIDE PRODUCENTENVERANTWOORDELIJKHEID
De UPV maakt de producent verantwoordelijk voor de eindfase van zijn product. De producent betaalt een tarief gebaseerd op het aantal producten of verpakkingen dat hij aanbiedt. Met dat geld wordt afvalverwerking, transport en recycling gefinancierd. De gangbare praktijk stimuleert geen hergebruik van producten of verpakkingen, terwijl daardoor wel veel minder afval zou ontstaan. Een UPV die werkt op basis van verschillende tarieven kan dat doel wel bereiken. Producten die relatief veel in het milieu aangetroffen worden, moeten zwaarder belast worden. Producten die daarentegen opnieuw gebruikt kunnen worden, moeten vrijgesteld worden van een heffing krijgen of zelfs worden beloond.
Kortom, er moeten via UPV’s stimulansen worden ingebouwd om niet langer eenmalige verpakkingen te gebruiken maar over te stappen op hergebruik, bijvoorbeeld een statiegeld- of een refill-systeem. Het rapport van Ecologic laat zien wat de mogelijkheden van zogeheten ecomodulation of fees zijn.
STAATSSECRETARIS IS ONDUIDELIJK OVER INVULLING UPVs
De SUP-Richtlijn voorziet voor relatief veel items in een UPV. Het gaat onder meer om eenpersoons-voedselverpakkingen, drinkbekers, zakjes en wikkels, lichte tasjes en vochtige doekjes. De meeste UPV’s moeten 5 januari 2023 ingaan, dat wil zeggen binnen anderhalf jaar. Het is dus van groot belang om te weten wat de focus zal zijn van die UPV’s; is dat op afvalbeheer en opruimkosten of is dat op preventie van afval op basis van gedifferentieerde tarieven of andere stimulansen.
De nieuwe staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Steven van Weyenberg (D66), geeft helaas nog geen uitsluitsel. Hij schreef deze week aan de Kamer: ‘In het kader van de implementatie van de SUP-richtlijn worden maatregelen voorbereid die moeten leiden tot een substantiële vermindering van voedselverpakkingen, waaronder de invoering van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid ten aanzien van zwerfafval. Daar zal (…) later dit jaar in een brief aan uw Kamer nader op in worden gegaan.’
Blijft het dweilen met de kraan open of zal uit de aangekondigde brief aan de Tweede Kamer blijken dat er serieus ingezet wordt op afvalpreventie? We raden de staatssecretaris aan het rapport van Ecologic heel goed te bestuderen.
Misschien ben je ook geïnteresseerd in: