23 augustus 2020
Amerikaanse onderzoekers claimen de eersten te zijn die
monomeren, nano- en microplastics kunnen aantonen in organen van mensen. Eerder
was al in laboratoriumonderzoek al aangetoond dat microplastics de darmwand
kunnen passeren. De wetenschappers vermoedden dat die microplastics zich
vervolgens kunnen ophopen in lever, nier, long, milt, en vetweefsel.
De onderzoekers, verbonden aan de Arizona State University, presenteerden eerder deze maand hun bevindingen op de American Chemical Society (ACS) Fall 2020 Virtual Meeting & Expo. Hun werk is nog niet gepubliceerd.
GESLAAGDE TEST
Eerst gebruikten de onderzoekers organen van overleden
mensen, waarin ze micro- en nanoplastics aanbrachten, als test voor hun
techniek. Het lukte ze met flowcytometrie die deeltjes te detecteren. Hun
voornemen is om deze techniek online aan te bieden, samen met een apart
ontwikkeld computerprogramma die de informatie vertaalt in eenheden, massa en
oppervlakte. Zo kan wereldwijd een databestand worden opgebouwd met informatie
over blootstellingen in organen van verschillende groepen mensen, gemeten in de
tijd en per locatie. Op basis daarvan kunnen epidemiologische onderzoeken
worden uitgevoerd die antwoord geven op de vraag of er relaties zijn tussen de
aanwezigheid van microplastics in organen en de menselijke gezondheid.
47 MONSTERS ONDERZOCHT
Na de geslaagde test gebruikten de onderzoekers een andere
methode, massaspectrometrie, om 47 menselijke lever- en vetweefselmonsters te
analyseren. Met deze methode stelden de onderzoekers geen plastic deeltjes
vast, maar in alle monsters werden wel bouwstenen van plastics aangetroffen,
zoals bijvoorbeeld de hormoon verstorende stof Bisfenol A (BPA). Van de
overleden donoren is veel over hun levenswijze bekend. Dat kan nuttige
informatie opleveren over de vraag onder welke omstandigheden de microplastics
in de organen terechtkomen.
MISSCHIEN BEN JE OOK GEÏNTERESSEERD IN: