Amsterdam, 04 november 2019 – Hoe maak je onderscheid tussen nuttige en schadelijke plastics? Wetenschappers wijzen in dit verband op het begrip ‘essential use’, dat wordt gehanteerd in het Montrealprotocol. Ze pasten het toe op PFAS, een groep stoffen die geclassificeerd is als zeer zorgwekkend. Hetzelfde uitgangspunt kan ook zinvol blijken in de aanpak van plastics.
Het Montrealprotocol en ‘essential use’
Een van de meest succesvolle internationale milieuverdragen ooit is het Montrealprotocol uit 1987. Dit verdrag voorziet in stopzetting van het gebruik van fluorkoolwaterstoffen die ervan verdacht worden de ozonlaag aan te tasten. Sommige fluorkoolwaterstoffen worden echter ‘essentieel’ geacht voor onze gezondheid, veiligheid of voor het beter functioneren van onze samenleving. Deze worden niet verbannen, tenzij er een veilig alternatief bestaat. Daarom bestaat de beoordelingsmeetlat in het kader van het Montrealprotocol uit drie categorieën: stoffen kunnen niet-essentieel, vervangbaar of essentieel zijn. Zie het recent verschenen artikel dat deze aanpak voor PFAS bepleit.
‘Essential use’ en microplastics in verzorgingsproducten
Wanneer we deze meetlat toepassen op microplastics in verzorgingsmiddelen, zien we direct dat dit gebruik niet essentieel is. De microplastics dragen niet bij tot een betere gezondheid, meer veiligheid of een beter functioneren van de samenleving. Ook zijn er alternatieven voorhanden. Maar producenten gebruiken ze om marketingtechnische of financiële redenen toch, want microplastics zijn goedkoop. Aangezien de microplastics uit verzorgingsmiddelen schadelijk zijn voor het milieu, zouden ze internationaal moeten worden gekwalificeerd als niet-essentieel en vervolgens wereldwijd verboden moeten worden.
‘Essential use’ en medische toepassingen
Maar hoe beoordeel je nu een prothese van kunststof? Die zou niemand willen verbieden. Hetzelfde beoordelingskader kan dergelijke plastics ‘essentieel’ verklaren. Dat is het geval wanneer een bepaalde toepassing bijdraagt aan onze gezondheid en veiligheid en er nog geen alternatieve materialen voorhanden zijn.
Uiteraard biedt dit beoordelingskader ruimte voor discussie. Want wie bepaalt bijvoorbeeld hoe het criterium ‘beter voor de samenleving’ wordt ingevuld? Maar die discussie levert uiteindelijk wel de antwoorden op waar we naar zoeken en de instrumenten om de plasticvervuiling effectief te bestrijden.
Lees ook – ECHA wil verbod op opzettelijk toegevoegde microplastics