In een Deens appartementje, leuk ingericht, zit een dame aan een keukentafeltje. Ze is alleen. Onbewogen staart ze naar de lege stoel tegenover haar, terwijl ze rustig in- en uitademt. Een hele dag en een hele nacht blijft ze zo zitten. Dan wordt ze opgehaald en naar een ander appartement gebracht. Ook leuk ingericht, maar in een heel andere stijl. Opnieuw zit ze precies 24 uur zwijgend aan tafel, ritmisch ademend, tot ze weer wordt weggevoerd.
Het zou een script voor een spannende film kunnen zijn, maar dat is het niet. Het is een wetenschappelijk experiment met in de hoofdrol een robotdame. Onderzoekers schroeven na iedere sessie in een appartement haar robotlongen open en halen er een ragfijn filter uit. Met een ingenieus apparaat analyseren ze de microscopisch kleine deeltjes die op het filter zijn achtergebleven.
Het filter geeft een verbijsterend beeld van wat we binnenshuis zoal inademen. Verreweg de meeste deeltjes blijken piepkleine stukjes huid te zijn. Nooit heb ik erbij stilgestaan dat ik mezelf inadem. Dat schampt langs kannibalisme en ik vind het geen smakelijk idee, maar goed, ik ben wel puur natuur. Op de tweede plaats staan textieldeeltjes van plantaardig of dierlijk materiaal, zoals katoen en wol. Ook mijn lakens en het vloerkleed adem ik blijkbaar in.
Maar het venijn zit in de staart. Naast huid en textiel vinden de onderzoekers ook ieniemienie stukjes plastic op het filter. Het blijken vooral vezels van polyester, nylon en andere kunststoffen te zijn. Die komen bijvoorbeeld uit kleding en gordijnen. De robotdame ademde er ongeveer tien stukjes per uur van in.
Als dat ook voor mij geldt, verzamelen zich dagelijks een paar honderd plastic vezels in mijn longen. Verontrustend,
want wat gebeurt daarmee? Op plastic kunnen chemische stoffen zitten die mijn hormoonhuishouding in de war brengen of kankerverwekkend zijn. De allerkleinste plastic deeltjes, micro- en nanoplastics, kunnen ontstekingen veroorzaken. Misschien kruipen de kleine plasticdeeltjes door het longweefsel en gaan ze in mijn lichaam zwerven?
De Deense onderzoekers houden allerlei slagen om de arm. Het is niet gezegd dat wat op het filter van de robotdame zit ook daadwerkelijk in mensenlongen komt. En het is niet precies bekend wat plastic aanricht als het daar eenmaal belandt.
Deze spannende film heeft dus nog een open eind. Als ik langs mijn klerenkast loop, hoor ik ongedurig gefluister. Mijn elegante nylon panty’s en sportieve polyester hardloopshirtjes vragen zich bezorgd af of er in de vervolgde scenes nog een rol voor hen is weggelegd. De houten vloer strekt zich zelfgenoegzaam uit en kraakt luidruchtig dat hij mijn ideale plasticvrije podium is.
Renske Postma
(foto: Jeroen Gosse)