Amsterdam, 3 januari 2018 – Hoe reageert de wereld plasticindustrie op de resolutie die de wereld tijdens de United Nations Environment Assembly eerder in december in Kenya omarmde? Alle milieuministers van de wereld zetten gezamenlijk een belangrijke stap om plasticvervuiling te bestrijden. Dankzij de resolutie is er voor het eerst zicht op een internationaal verdrag specifiek gericht op het bestrijden van plastic vervuiling, niet alleen door het ophalen en opruimen van plastic afval, maar ook door het drastisch reduceren van het gebruik ervan. Een werkgroep is ingesteld om alle opties te onderzoeken, inclusief reductiedoelstellingen die lidstaten kunnen worden opgelegd. De plasticproducenten zullen hun productie moeten gaan aanpassen.
Hoe gaat de plasticindustrie om met een dergelijk besluit? De sector investeert immers tientallen miljarden dollars om de komende jaren nog heel veel meer plastic op de markt te brengen. Zie over die enorme investeringen een recent rapport van het Center for International Environmental Law. En heel simpel: hoe meer plastic er in omloop komt, des te groter is de kans dat een deel daarvan op straat en in zee eindigt.
De plastic producenten willen natuurlijk maar één ding: geld verdienen met het maken van plastic. Reductie van plastic moet in hun ogen dus hoe dan ook voorkomen worden. Maar dat hardop zeggen is niet verstandig wanneer iedereen wijst op de verschrikkingen van de plastic soup. Hoe dan wel?
De strategie die de plasticproducenten hanteren, kan het beste omschreven worden als framing. Dat is de strategie om bepaalde aspecten te benadrukken en andere achterwege te laten, maar zo dat de lezer niet door heeft dat sprake is van manipulatie.
De World Plastics Council als vertegenwoordiger van alle plastic producenten in de wereld, reageerde direct met een persbericht op de resolutie. Die resolutie wordt verwelkomd vanwege de mondiale consensus dat “beter afvalmanagement” noodzakelijk is om een einde te maken aan de plastic vervuiling.
Het persbericht wijst op een rapport dat in 2015 verscheen met de titel Stemming the Tide; Land-Based Strategies for a Plastic-Free Ocean. Vijf Aziatische landen (China, Indonesië, Filipijnen, Vietnam en Thailand) dragen naar verhouding het meeste bij aan de plastic soup. Het rapport, dat grotendeels gefinancierd werd door belanghebbende bedrijven als Coca-Cola, Dow Chemical en The American Chemistry Council, bepleit betere afvalinzameling in deze landen. Het woord “reductie” wordt nergens genoemd.
De framing van het probleem is daarmee nog niet voorbij. Het persbericht eindigt door er op te wijzen hoe goed plastic wel niet is. Men waardeert plastic in de hele wereld voor zijn goede eigenschappen en milieuprestaties in vergelijking met andere materialen.
De impliciete boodschap is helder: de wereld kan ongebreideld plastic blijven kopen en gebruiken. Die producten zijn immers goed voor het milieu. Nodig is slechts om het ophalen van afval te verbeteren.