Microvezels van polyester kleding worden opgenomen door zoetwatervlooien. Onderzoek uitgevoerd aan de universiteit van Ljubjana, Slovenië, heeft uitgewezen dat de vlooien als gevolg daarvan eerder overlijden.
PET-flessen worden gebruikt als grondstof voor polyester kleding. Door deze kleding mechanisch te wassen, komen per wasbeurt honderdduizenden tot miljoenen vezels vrij. Bekend is dat plastic microvezels van textiel worden teruggevonden in het milieu. Uit eerder onderzoek is ook bekend dat de vezels binnendringen in organismen als mossels en krabben.
Sloveense wetenschappers onderzochten in hoeverre microvezels van polyethyleentereftalaat (PET) worden opgenomen door de zoetwatervlooi (Daphnia magna) en wat de effecten daarvan zijn. Het gaat om een overal veelvoorkomende zoöplankton. De vlo selecteert zijn voedsel niet en maakt dus geen onderscheid tussen plastic en natuurlijk voedsel (algen).
De vlooien die in het laboratorium 48 uur lang blootgesteld werden aan microvezels vertoonden een hogere mortaliteit, vooral wanneer ze van te voren geen algen als voedsel hadden gekregen. Er was geen verband met de hoeveelheid vezels in hun lichaam. De lengte van de ingeslikte vezels varieerde tussen de 62 en 1400 µm.
Nadat de vlooien die overleefden een etmaal in schoon water met algen waren teruggezet, bleken ze zich niet meer te herstellen. De concentratie aan vezels lag hoger dan gerapporteerde concentraties in het milieu. De onderzoekers denken echter dat de concentraties vergelijkbaar kunnen zijn met plaatsen waar gezuiverd afvalwater op het oppervlaktewater wordt geloosd. Dat zijn namelijk hot-spots met relatief veel plastic microvezels.
De onderzoeksresultaten werden in afgelopen december gepubliceerd in het tijdschrift Environmental Pollution. Klik hier voor een eerdere presentatie van het onderzoek.
Illustratie: Biotechnical Faculty, University of Ljubljana