Amsterdam, 22 februari 2017 – Bandenslijtsel en microvezels uit synthetische kleding zijn een van de grootste bronnen van de plastic soep in de oceanen. Dat schrijft IUCN in hun nieuwste rapport dat gisteren gepubliceerd is.
Volgens het rapport bestaat gemiddeld 3,2 miljoen ton van gemiddeld 9,5 miljoen ton plastic dat jaarlijks in de oceanen terechtkomt uit primaire microplastics. Dit zijn kleine deeltjes die niet het gevolg zijn van fragmentatie van grotere stukken plastic. Meer dan de helft daarvan (58%) is bandenslijtsel en vezels uit kleding.
Volgens de VARA verslijten we in Nederland 8 miljoen autobanden per jaar. Al die banden zijn goed voor 17.000 ton aan bandenslijtsel dat in het milieu eindigt. Een deel eindigt als onderdeel van fijnstof in de lucht en de rest eindigt via afvoer van wegen en de wind in het water en komt ook in de voedselketen terecht.
“Dagelijkse activiteiten als kleding wassen en in een auto rijden leveren een aanzienlijke bijdrage aan de vervuiling van onze oceanen met potentieel desastreuze gevolgen voor de mariene diversiteit en de menselijke gezondheid”, zegt Inger Anderson, director general van IUCN, in een artikel van BBC News.
We moeten hard op zoek naar oplossingen. Daarbij moet volgens IUCN ook gekeken worden naar het gedrag van de consument. Er zijn mogelijkheden om de hoeveelheid bandenslijtsel en vezels die vrijkomen te verminderen. Banden slijten minder als er rustig gereden wordt en de banden goed op spanning zijn. Het vrijkomen van microvezels uit kleding vermindert door gebruik van bijvoorbeeld vloeibaar wasmiddel of te wassen bij lage temperaturen. Lees over hoe vezelverlies tegengegaan kan worden onze Mermaids Good Practice Guide.
Foto: Boucher & Friot, 2017.