Een nieuw onderzoeksproject, Technologies for the Risk Assessment of MicroPlastics (TRAMP), gaat onderzoek doen naar nanoplastics in Nederlandse binnenwateren. Technologiestichting STW investeert 650.000 euro in het onderzoek. Andere onderzoekspartners van TRAMP dragen nog eens 220.000 euro bij.
Het project wil antwoord geven op de vraag hoe je extreem kleine plastic nanodeeltjes kunt meten, in hoeverre Nederlandse zoetwatergebieden ermee vervuild zijn en hoe schadelijk die plastics zijn. Ook willen de onderzoekers rekenmodellen ontwikkelen om te voorspellen hoe plasticvervuiling meebeweegt met plasticproductie.
Volgens Bart Koelmans van Wageningen UR is er veel behoefte aan grootschalige kennis over nanoplastics. “Veel mensen willen weten hoe groot het probleem is, waarom plasticdeeltjes gevaarlijk zouden kunnen zijn en of het ook in Nederland speelt”, zegt hij in een persverklaring. TRAMP heeft vele onderzoekspartners die aan het onderzoek gaan meewerken. De groep bestaat uit acht waterschappen, het ministerie van Infrastructuur in Milieu, STOWA, IMARES, NVWA, RIKILT en RIWA.
Wetenschappers vermoeden dat nanoplastics, net als microplastics, grote gezondheidsrisico’s met zich mee kunnen brengen. Een mogelijk gevaar is dat de giftige stoffen die via de plastics in het weefsel van planten en/of dieren terecht komen en vervolgens in de voedselketen